In een garage tracht de popgroep ‘De Toekomst’ opnamen te maken op een geleende taperecorder. De opnamen vorderen traag, geremd als zij worden door opdringerige verliefdheden, onvolwaardige apparatuur, en hoogoplopende emoties tussen leden van de band. Toch verloopt de avond als een concert, waarbij tussen crises en flirts duidelijk wordt dat de Nederlandstalige popmuziek het helemaal gaat maken.