“Wein ich, lach ich?”, de eerste regel van de filmschlager Das gib’t nur einmal, bevat Duitse en Nederlandse cabaretliederen, chansons, filmschlagers en straatliedjes uit de jaren twintig en dertig. De gedachtewereld, waarin deze liederen ontstaan zijn, weet Dorine van der Klei op te roepen met gesproken dagboekfragmenten, damesbladartikelen en reclameboodschappen uit die tijd.