Dansers van de Toekomst

De Agrippina Vaganova Academie voor Choreografie te Leningrad werd in 1738 als Keizerlijke Balletschool opgericht door de Franse balletmeester en leraar Jean Baptiste Landé. De school, nauw verbonden aan het Kirov Ballet, leverde in het begin van deze eeuw nauwelijks geëvenaarde grootheden af als Anna Pavlova, George Balanchine en Vaslav Nijinsky. In 1921 trad Agrippina Vaganova tot de academie toe als lerares. Zij structureerde en perfectioneerde de oorspronkelijke dansstijl en ontwikkelde zo de typische Leningrad-stijl met zijn unieke expressieve kracht. Tegenwoordig wordt de stijl van Vaganova nog steeds in zijn pure vorm gedoceerd door choreografen die door Vaganova zijn opgeleid. The School of American Ballet, kweekschool voor het New York City Ballet, werd in 1934 opgericht. Uitgangspunt waren de werkwijze en opleiding van George Belanchine, voormalig leerling van de Keizerlijke Balletschool van Leningrad, de tegenwoordige Agrippina Vaganova Academie. Zijn lang en vruchtbaar artistiek leven – Balanchine overleed in 1983 – zorgde voor een grote schare balletmeesters en choreografen die dankzij het directe contact met Balanchine tot op heden zijn visie en technieken doorgeven aan steeds weer nieuwe generaties dansers. In dit Holland Festival zullen 250 jaar na de oprichting van de balletschool van Leningrad en 55 jaar na die van New York, beide zozeer verwante maar toch verschillende balletopleidingen voor het eerst in de praktijk met elkaar worden geconfronteerd. De jonge dansers van de groepen brengen ieder een afzonderlijk programma waarin de specifieke kenmerken en tradities ten volle tot hun recht zullen komen. Voor de laatste avond wordt in Amsterdam een gezamenlijk programma gepresenteerd – een unieke gebeurtenis in de geschiedenis van de dans.