“Je moet gewoon kunnen zijn wie je bent”
Een gesprek met Emily Ansenk, directeur van het Holland Festival
Sinds 2019 is Emily Ansenk de directeur van het Holland Festival. In die rol is ze verantwoordelijk voor alles: van de artistieke keuzes tot de organisatie en het financiële plaatje. Maar belangrijker nog: ze is de verbindende schakel tussen kunstenaars, publiek en het festival team. “We werken met een heel leuk programmateam. En elk jaar nodigen we een associate artist uit: een maker die met ons meedenkt over de wereld van nu en wat we daar op het podium over moeten laten zien.” Afgelopen jaar was dat choreograaf Trajal Harrell. Zijn werk draait om beweging, expressie en vooral: inclusiviteit. “Bij hem maakt het echt niet uit hoe je eruitziet en of je lenig bent. Dans is voor iedereen. Zijn dansers zijn fantastisch, maar ze zien er misschien niet uit zoals je gewend bent van een balletgezelschap. Dat maakt het juist zo krachtig. Harrell laat zien dat je lijf altijd iets te vertellen heeft zonder dat je in een perfect plaatje hoeft te passen.”
Jongeren meer dan welkom
Hoewel het Holland Festival ooit een wat elitair imago had, is daar nu weinig meer van over. “De laatste tien jaar zijn we veel toegankelijker geworden. Door betaalbare kaartjes, studentenkortingen en ook door jongeren actief te betrekken bij het festival.” Studenten maken bijvoorbeeld mediaproducties of draaien mee in speciale jongerenprojecten. En ook scholieren vanaf een jaar of zestien kunnen prima uit de voeten met het festival, al is het internationale karakter (en veel Engels) wel iets om rekening mee te houden.
Een festival met een wereldblik
Wat maakt het Holland Festival nou echt anders dan andere festivals in Nederland?
“We zijn internationaal. Bijna alle makers komen uit alle hoeken van de wereld. Wat wij laten zien voegt echt iets toe aan wat je normaal in het theater ziet. Grootschaliger, experimenteler, soms gewoon iets wat je nergens anders tegenkomt.”
Ze noemt een paar highlights uit het programma van afgelopen jaar. Zoals Star Returning, een voorstelling die op poëtische wijze de rituelen en tradities van het Chinese Yi-volk toont. Of One Ocean, waarin artiesten van eilanden in de Stille en Indische Oceaan samenkomen in een voorstelling. En dan is er ook nog het Atlas Orkest, een bonte mix van 40 muzikanten uit de hele wereld, elk met hun eigen instrument en stijl. “Het zijn allemaal voorstellingen die echt laten zien wat samenwerking over grenzen heen kan opleveren. En dat voel je als publiek.”
Kunst als verbinding
Voor Ansenk is kunst meer dan alleen iets moois om naar te kijken. “We willen werk tonen dat aan het denken zet, dat verbindt, en dat je even uit je bubbel trekt. Dat je echt een andere blik op de wereld krijgt.” Ze denkt met warmte terug aan een paar bijzondere momenten. Zoals de uitvoering van het Helikopter Strijkkwartet van Stockhausen met vier musici die letterlijk spelend in helikopters boven de zaal cirkelden. “Het was compleet absurd en tegelijkertijd briljant. Zoiets zie je gewoon nergens anders.” Of de installatie Euphoria (2023), een meeslepende mix van film, zang, percussie en activisme. “Zo’n ervaring vergeet je niet snel. Het was kunst waar je echt helemaal in gezogen werd.”
Samen de schouders eronder
Wat haar het meeste plezier geeft in haar werk?
“Het samenwerken met m’n collega’s. Het is hard werken, zeker richting het festival, maar er is zo’n fijne sfeer. Iedereen is gedreven en je mag jezelf zijn. En dan is er natuurlijk nog het contact met de makers, dat is misschien wel het mooiste.”
Tot slot nog een tip?
“Ja, ga naar het Atlas Orkest. Zaterdagmiddag, lekker laagdrempelig, en het wordt een fantastische ervaring. Je hoort muziek die je waarschijnlijk nog nooit eerder live hebt gehoord maar waarvan je meteen denkt: wauw.”
Door Emily haar mooie woorden en adviezen kijk ‘ik’ in iedere geval nóg meer uit naar het Holland Festival.