Ga naar de hoofdcontent

Sankyoku betekent 'muziek door drie (namelijk melodische) instrumenten'. In de traditionele muziek van Japan is sankyoku het standaardensemble voor de uitvoering van wat wij gewoonlijk kamermuziek noemen. De combinatie van deze drie instrumenten(-typen) bestaat uit de koto, shamisen en shakuhachi, hoewel de laatste soms vervangen wordt door een kokyu. De koto is in de bekendste en meest traditionele vorm een citer met dertien snaren; de shamisen is een luit met drie snaren waarop getokkeld wordt (ook wel aangeduid met de karakters sangen, wat letterlijk 'drie snaren' betekent); de shakuhachi is een recht aangeblazen bamboe kerf-fluit. Zowel solistisch als in de combinatie van het sankyoku-ensemble hebben deze instrumenten hun grootste populariteit verworven in de Yedo-periode, waarin handelslui en burgers allerlei vormen van amusement zochten. Het enige instrument dat nooit bijzonder geliefd is geweest, de kokyu, is het best te beschouwen als een kleine shamisen, zij het dat een shamisen een tokkelinstrument is en de kokyu met een strijkstok wordt gestreken. Het is zelfs het enige strijkinstrument van Japan en de klank doet enigszins onwezenlijk aan. Het ensemble van Seikin Tomiyama concentreert zich voornamelijk op de oude traditionele muziek, de muziek zoals die zich ontwikkelde tot aan het eind van de vorige eeuw.

Credits

shamisen Seikin Tomiyama, Kiyotaka Tomiyama koto Seikin Tomiyama, Mieko Tomiyama, Kiyotaka Tomiyama kokyu Seikin Tomiyama shakuhachi Goro Yamaguchi compositie Hachidan-no-Shirabe, Akikaze-no-Kyoku, Shin-Ginuta, Sokaku Reibo, Chidori-no-Kyoku, Kyoku Nezumi, Nebiki-no-Matsu