
Copyright informatie:Reto Schmid
In de solo Sister or He Buried the Body laat Harrell zich inspireren door de expressiviteit van butoh en vroegmoderne dans. Begeleid door popmuziek en Afro-Amerikaanse jazz zoekt hij naar een dans die hij tot ver na zijn zeventigste kan blijven uitvoeren.
'Sister or He Buried the Body is een dans die ik idealiter tot mijn tachtigste kan dansen, zittend, met mijn handen. Het betrekken en representeren van ouderen past naadloos in de traditie van butoh. Dit stuk is mijn denkbeeldige interpretatie van een ontmoeting tussen de ideeën van Tatsumi Hijikata, pionier van de butoh, en Katherine Dunham, pionier van Afro-Amerikaanse dans. Het moet niet worden verward met een samensmelting; ik doe niet aan fusion dans. Het is echt pure verbeelding die voortkomt uit de wetenschap dat ze elkaar mogelijk hebben ontmoet en een studio hebben gedeeld. Ik vroeg me af: wat doet die kennis met mij als artiest?'
– Trajal Harrell, associate artist 2025
Harrell verbeeldt in Sister or he Buried the Body een speculatief verleden. Hij onderzoekt de grondlegger van de Japanse traditionele dansstijl butoh, Tatsumi Hijikata, en diens mogelijke connectie met de Afro-Amerikaanse antropologe en choreograaf Katherine Dunham, die naar verluidt Hijikata’s studie in Tokio beïnvloedde.
Op een sober toneel, waar geweven matten de enige decorstukken vormen, creëert Harrell een intieme, gelaagde choreografie waarin hij twee schijnbaar onverenigbare danswerelden samenbrengt. Centraal staat het lichaam als opslagplaats van herinneringen, geschiedenis en identiteit. Hij verweeft thema’s als verlies, transculturele uitwisseling en de fluïditeit van historische narratieven in een choreografisch onderzoek dat even prikkelend als ontroerend is.
Trajal Harrell werkt vaak binnen de context van beeldende kunst. Galerie- en museumruimtes creëren een open relatie tussen performers, publiek en de beleving van tijd en ruimte, die in het theater vaak strakker omlijnd is.
data
wo 25 juni 2025 14:00
wo 25 juni 2025 16:00
prijzen
- met Museumkaart € 0
- met ticket Stedelijk vanaf € 10
informatie
-
Language no problem
-
20 minuten
tickets voor het Stedelijk Museum zijn bij het museum verkrijgbaar of online.
gerelateerd
Vier vragen aan Trajal Harrell over Sister or He Buried the Body.
Je verwierf internationale bekendheid met een reeks werken waarin je de traditie van voguing – een moderne dansstijl die eind jaren tachtig ontstond in de ballroomscene van Harlem – samenbrengt met vroege postmoderne dans. In Sister or he buried the body combineer je voguing met gebaren die voortkomen uit de Butoh, een dansvorm die in Japan ontstond aan het eind van de jaren vijftig en begin jaren zestig. Hoe is deze ‘ontmoeting’ tot stand gekomen? Welke vorm van onderzoek of behoefte lag hieraan ten grondslag?
„Sister“ gaat vooral over het aanspreken van butoh en vroege moderne dans. Dit behoort tot het onderzoek van mijn tweede werkperiode, die begon in 2013. Ik had toen een residentie in Tokio en bezocht het archief van Hijikata. Zijn werk fascineerde me enorm. We hadden het in het Westen nooit eerder gezien. Hij tourde nooit buiten Japan, dus wat wij kennen zijn de choreografieën van zijn dansers en latere generaties. Ik was ook geïnteresseerd in de mode van Comme des Garçons en het moment waarop Japanse ontwerpers uit die generatie voor het eerst in Parijs verschenen. De manier waarop zij over esthetiek spraken, leek op hoe wij in het Westen vaak over butoh spraken – een post-Hiroshima esthetiek – maar zij behoorden tot andere generaties. Toen raakte ik geïnteresseerd in de vraag of Rei Kawakubo misschien wel was beïnvloed was door butoh.
In jouw werk lijkt het samensmelten van culturen, dansstijlen, muziek en kleding een krachtig artistiek gebaar. Kun je iets meer vertellen over jouw idee van het circuleren van esthetiek en referenties — wat jij een choreografie van de verbeelding noemt?
Ik zie mijn werk eigenlijk niet als een mix of fusie van stijlen. Wat mij interesseert zijn juist de breuklijnen en onverenigbaarheden in de dansgeschiedenis. Dat wat eigenlijk niet samen lijkt te kunnen, zet mijn verbeelding in beweging. Het gaat me niet om imiteren of herhalen, maar om iets nieuws te creëren in het nu — op basis van hoe je je iets zou kunnen voorstellen, niet hoe het was. Soms is die verbeelding puur speculatief en helemaal niet representatief. Neem bijvoorbeeld: wat als Joni Mitchell het voorprogramma zou zijn van Keith Jarrett? Dat is The Köln Concert — maar het gaat mij niet om dat verhaal. Het gaat erom dat wij dansen op die muziek. Ik doe graag grondig onderzoek, maar als ik eenmaal de studio in ga, werk ik niet vanuit een vast plan of formule. Dan werk ik met wat zich aandient, samen met de dansers, op basis van onze gezamenlijke verbeelding.
Dit werk is opgezet als een speculatieve hertekening van de geschiedenis van de hedendaagse dans. Je plaatst het lichaam centraal in je onderzoek en verkent hoe het een vat wordt voor herinnering, het verleden en historische figuren die het werk hebben geïnspireerd. Hoe vertaal je dat naar het publiek?
Ik denk niet dat het letterlijk vertaald wordt. In Sister gaat het over Hijikata en de Afro-Amerikaanse choreograaf Katherine Dunham. Tijdens een residentie die ik had bij het MoMA ontdekte een onderzoeker, die over mijn werk schreef, dat zij ooit samen een studio deelden in Tokio. Vanaf dat moment begon Hijikata’s onderzoek overeenkomsten te vertonen met dat van haar. Dus ik dacht aan hen toen ik het stuk maakte. Niet om ze letterlijk samen een dans te laten maken. Ik wilde in de eerste plaats een dans maken die ik zelf nog zou kunnen dansen als ik zeventig ben. Het is dus grotendeels een zittende dans. Er zijn veel gezichtsuitdrukkingen – je zou kunnen zeggen dat dat beïnvloed is door butoh – en er is Afro-Amerikaanse vocale muziek. Maar voor mij gaat het vooral om wat je kunt doen binnen beperkingen. Omdat ik me in een onderzoeksgebied begeef, heb ik inspiratiebronnen, maar geen representaties. Ik probeer een kunstwerk te maken waarin mensen met hun eigen verbeelding kunnen binnentreden. Als je denkt dat dit een dans is die Katherine Dunham en Hijikata samen maken, raak je verdwaald. Het is een andere manier van het lichaam presenteren, en daarmee is ook de relatie tot het publiek anders.
Het “podium” van Sister or He Buried the Body is een volwaardige installatie. Welke rol speelt de ruimte (bijvoorbeeld theater, museum...) binnen jouw werk? Wat is de relatie tussen de installatie en de performance?
Het oorspronkelijke stuk werd gemaakt voor de Biënnale van Gwangju in 2021, maar door corona kon alleen de installatie gaan. De installatie is ontworpen als een reizend podium. In eerste instantie had ik het idee van een reizende catwalk, maar gezien de leeftijdsvereiste voelde ik dat er een kwetsbaardere, meer zittende ruimte nodig was. Daarom werd de installatie vooral ontworpen voor uitvoeringen in de context van beeldende kunst.
-
Sister or He Buried The Body
Orpheas Emirzas
-
Sister or He Buried The Body
Reto Schmid