Ga naar de hoofdcontent

Nadat Edo de Waart vorig jaar Das Rheingold dirigeerde, het openingsdeel van deze operacyclus, zal dit jaar Götterdämmerung onder zijn leiding worden uitgevoerd; het vierde en laatste, omvangrijkste en meest ambitieuze deel. Richard Wagner werkte meer dan 25 jaar aan Der Ring des Nibelungen, van 1948 tot 1874.

Götterdämmerung zal in coproductie met de Vara-radio in het Holland Festival in een concertante uitvoering worden gebracht door het Radio Filharmonisch orkest het Koor van de Nederlandse Opera, het Groot Omroepkoor en een keur aan internationaal vermaarde solisten. De uitputtende rol van Siegfried zal worden gezongen door één van de vooraanstaande Wagner-tenoren van het moment, William Johns. Jeannine Altmeyer, beroemd vanwege haar triomfen in de Chéreau/Boulez-enscenering in Bayreuth, zingt Brühnhilde.

Ruim een eeuw na de dood van Richard Wagner (1813-1883) leiden zijn persoon en daardoor ook zijn werk nog steeds tot een vaak verhitte scheiding der geesten: ófwel men dweept met Tristan und lsolde, Die Meistersinger von Nürnberg, Die Walküre of Götterdämmerung ófwel men wijst het - eventueel met een flinke dosis respect voor het vakmanschap van de man - resoluut af. Wagner is hét vleesgeworden bewijs van de stelling dat men tegenover grote kunstenaars nooit onverschillig kan staan.

Toegegeven: wie moeite heeft met de zwaar aangezette Teutoonse heldenverering en de oververhitte nationalistische ideeën van de man (denkbeelden die door de loop van de geschiedenis in onze eeuw een wel zeer navrante bijsmaak hebben gekregen), die zal waarschijnlijk niet in staat zijn om Wagners muziek op het eerste gehoor in zijn hart te sluiten. Wie niet kan tegen de tot vervelens toe gehanteerde alliteraties in Wagners eigen tekstboeken voor Der Ring des Nibelungen zal eerder zijn heil bij Giuseppe Verdi of Georges Bizet zoeken, hoezeer ook het voorlezen door Wagner zelf van die tekstboeken in de vorige eeuw tot een literaire happening van de eerste orde werd opgeblazen. En niet te vergeten: wie allergisch is voor de lange tijd door ervaren Wagner-zangers gehanteerde en onder de scheldnaam "Bayreuth bark" bekend staande manier van zingen of voor de te pas en te onpas opduikende Leitmotiv-cultuur welke dient om zelfs de meest onoplettende toehoorder ervan te doordringen dat het om een rivier, een zwaard of om een speer gaat die zal misschien wel nooit bekeerd worden. En toch.

Menige Wagner-hater die het – jaloers op de gelukzaligheid waarmee de echte dweepzieke liefhebbers zich peen Parsifal of Lohengrin lieten ontgaan – “dan nog wel eens wilde proberen” heeft na de ontroerende taferelen in Die Walküre, na het slot van Siegfried of na het laatste bedrijf van Götterdämmerung met heuse tranen in de ogen de zaal moeten verlaten. Eigenlijk is het dilemma heel aardig samengevat door een in dit opzicht onverdacht componist, te weten Igor Stravinsky. Hij merkte eens op hoge leeftijd op: In mijn jeugd haatte Ik Wagner, en daar had ik zeer goede gronden voor. Nu heb ik hem lief, en ook daarvoor heb ik uitstekende redenen."

Credits

muziek Richard Wagner dirigent Edo de Waart assistent-dirigent Bruce Cohen uitvoering Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor, Koor van De Nederlandse Opera coproductie Vara-Matinee, Holland Festival tenor William Johns (Siegfried) bariton Roland Hermann (Gunther) bas Peter Meven (Hagen), Henk Smit (Alberich) sopraan Seannine Altmeyer (Brijnnhilde), Kathryn Day (Gutrune) mezzo-sopraan Cornelia Wulkopf (Waltraute)