Ga naar de hoofdcontent

In Hongarije is de kunst van het poppentheater sinds 1947 tot grote bloei gekomen. Er werd toen een groep opgericht in Boedapest, die vanaf het begin groot succes had en die in 1958 tot nationale instelling werd verklaard en de opdracht kreeg het poppenspel over het hele land uit te dragen. De populariteit bleef stijgen en de groep, inmiddels het Hongaars Staatspoppentheater, geeft in Hongarije een tal van andere landen nu meer dan 1600 voorstellingen per jaar. Jaarlijks komen er ongeveer vijf nieuwe producties bij en de acht ensembles van de groep hebben nu een repertoire van ongeveer dertig stukken. In dit Bartók-herdenkingsjaar brengt de groep De Houten Prins en De Wonderbaarlijke Mandarijn naast poppenspelversies van werken van Beckett, Strawinsky en Ligeti.

Credits

bewerkingen Dezso Szilágyi regie Kató Szönyi met werk van Samuel Beckett, György Ligeti, Béla Bartók