Ga naar de hoofdcontent

Een belangrijk onderdeel van dit Chaussonprogramma wordt gevormd door de compositie Chanson perpétuelle Chaussons laatste, voltooide werk. Dit op muziek gezette gedicht van Charles Cros, heeft de smart om een gestorven geliefde als thema. Dit betoverde stuk bestaat ook in orkestbezetting, maar klinkt wellicht des te aangrijpender zoals het nu wordt uitgevoerd door strijkkwartet en piano. Het ‘concert in D majeur voor viool, piano en strijkkwartet’, eveneens onderdeel van dit programma, is één van de ongewoonste werken in de laat-19e-eeuwse kamermuziek-literatuur. Het werk is in wezen een miniatuur dubbelconcert omdat de instrumenten in twee ongelijke groepen – twee solisten en een kwarten – zijn verdeeld. Dit concert is door Chausson opgedragen aan de legendarische violist Eugene Ysaÿe, die de eerste vioolpartij speelde bij de première van het stuk in 1892 in Brussel.

Credits

muziek Ernest Chausson sopraan Arleen Augér piano Frédéric Meinders viool Rainer Kussmaul, Wim de Jong, Janneke van der Meer uitvoering Schönberg kwartet cello Hans Woudenberg altviool Heng Guittart